De dood overwonnen

Is er een manier om de dood te overwinnen? De mensheid houdt zich al eeuwenlang bezig met onsterfelijkheid als dé manier om de dood op een zijspoor te zetten. De farao’s bouwden piramides. De Joden van het Tweede Tempel Judaïsme (de tijd van Jezus) geloofden in een opstanding op de jongste dag (die altijd in de toekomst ligt). Middeleeuwse alchemisten zochten de eeuwige jeugd terwijl diezelfde zoektocht weer op is gedoken in wetenschappelijk onderzoek naar het ongedaan maken van het afstervingsmechanisme in de menselijke cel. Van de meeste pogingen hierboven opgesomd is de aangedragen oplossing alleen maar toegankelijk voor een select gezelschap. Het zijn degenen die de juiste kennis, macht of voldoende geld bezitten.

In zijn Eerste Brief aan de Korinthiërs, roept de apostel Paulus het uit: ‘Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw prikkel? De prikkel van de doods is de zonde en de kracht van de zonde is de wet. Maar God zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Heer Jezus Christus’ (NBG51). Paulus baseerde zijn verzuchting op een geloof in de letterlijke opstanding van Jezus uit de dood die hij vervolgens zowel letterlijk als metaforisch toepast op gelovigen. Geloof in God betekent dat je, ook al zul je de bittere vrucht van de dood moeten proeven, uiteindelijk met en voor God zult leven tot in alle eeuwigheid. Tot zover Paulus.

De ontkenning van de dood

Ik beschouw alle hierboven opgesomde pogingen de dood te ontkomen als in zekere zin mislukt. In de eerste plaats ontkomen ze niet aan de indruk verschillende vormen van escapisme te tonen. We weten dat we dood zullen gaan, maar op een of andere manier lukt het ons een vluchtweg te vinden. Als je die neemt, krijg je of meer van hetzelfde (aardse leven), of iets nog mooiers, oneindig leven (dat als eeuwig gekwalificeerd wordt).

Onze aardse en kwetsbare hoop op liefde en geluk gaat over in wanhoop wanneer de dood nadert en doet dat al vaak ver voordat het zover is. Een ontkenning van de dood is echter altijd ook een ontkenning van het leven. Dat dit zo is, kun je bijvoorbeeld goed zien aan de onverschilligheid bij de gelukkigen tegenover hen die niet kunnen deelnemen aan de overwinning op de dood. Je ziet dat bij fundamentalisten die met een in zichzelf gekeerd geloof hun schouders ophalen bij het feit dat miljarden verloren gaan. Je ziet het net zo goed bij de rijken van de aarde die vrolijk de ruimte in vliegen terwijl miljoenen sterven door ondervoeding. Etc.

Wie ja zegt tegen het leven moet ook ja zeggen tegen de dood. Het leven op aarde wordt gekenmerkt door een cyclisch patroon waarin het leven wordt ingehaald door de dood en de dood op zijn beurt weer de voorwaarden schept voor leven. Vergankelijk aards leven is het enige leven dat we kennen. Aliens, engelen en goden op de berg Olympus zijn vooralsnog fantasieën.

De menselijke soort is zelfbewust geworden en heeft het vermogen tot redelijkheid ontwikkeld. Met deze ontwikkeling is de mogelijkheid van differentiatie van het ‘ik’ ontstaan. Dat betekent dat we onszelf in de toekomst kunnen projecteren en ons afvragen hoe het later met ons zal vergaan. Zo hebben we de dood ontdekt en daarmee zijn we neurotisch geworden.

Dit inzicht heeft iets met ons gedaan omdat we de dood nu kunnen zien als een vijand. Maar dit inzicht verlost ons niet van de aardse plicht van 'alles wat vlees is’. Sterven zullen we. Ondanks onze visioenen van een leven zonder de dood en ondanks onze pogingen om met goddelijke beloften deze visioenen te ondersteunen of met wetenschap er praktisch vorm aan te geven in het hier-en-nu. De dood wacht ons allemaal. Het enige leven dat we kennen gaat altijd dood.

We mogen dan wel wel aspiraties hebben voor iets wat voorbij de horizon ligt van ons korte bestaan. We mogen dan wel een diep verlangen hebben om deel uit te blijven maken van de gemeenschap die ons tot leven bracht, maar de dood is net zo zeker als het leven dat we nu leven. Elke poging dat lot te ontvluchten is ten diepste een ontkenning van wat we zijn: leven dat sterft.

De ontkenning van het leven

Er is nog iets anders dat niet lekker zit bij de ontkenning van de dood. Het heeft te maken met het idee van zonde waar de apostel Paulus het over heeft. Het gaat ook over dat vreemde aura van exclusiviteit dat hangt boven alle pogingen het leven te verlengen. De ontkenning van de dood plaatst altijd het 'ik' in het centrum. Het beweert dat ons zelfbewustzijn—dat ongrijpbare fenomeen dat we ‘ik’ noemen—het exclusieve recht heeft te ontkomen aan het cyclische patroon van leven en dood. De ontkenning van de dood eist dat we veel energie investeren in deze vluchtpoging middels research, investeringen, geestelijke oefening, religieuze activiteit en soms de door onderwerping of het instrumenteel gebruiken van anderen.

We zouden al deze energie ook kunnen investeren in de affirmatie van het leven. De zoektocht naar onsterfelijkheid combineert een ongezonde ontkenning van de dood met een ongezonde focus op de prolongatie van het 'ik', vaak ten kosten van anderen. In zekere zin komt de poging om het 'ik' te laten voortbestaan neer op een ontkenning van het leven.

Aandacht geven

Natuurlijk kun je je dan afvragen of er niet een andere manier is om de dood te overwinnen. En ja, die is er. Maar we ontdekken die andere weg slechts op één manier. We moeten de drijfveren die werkzaam zijn in de zoektocht naar onsterfelijkheid omdraaien. We doen dat door terug te keren naar het leven dat ook sterft. In plaats van dat we de dood ontkennen, omarmen we die—niet in een fatalistisch nihilisme, maar in de erkenning dat de dood bij het leven hoort. We erkennen dat leven zonder dood een abstractie is die alleen als escapistische fantasie in ons hoofd bestaat. In plaats van het zoeken naar de permanentie van het 'ik', zoeken we naar de bloei van het leven in al zijn vergankelijkheid.

Net als de affirmatie van het leven ook de affirmatie van de dood is omdat beide tot hetzelfde cyclische proces van deze wereld horen, zo is de affirmatie van de dood tegelijk de affirmatie van het leven. Wanneer we komen tot een affirmatie van de dood, d.w.z. het erkennen ervan, het omarmen ervan als het einde van ons ik—wanneer we het verwelkomen, dan lukt het ons eindelijk om de blik van de dood af te wenden naar het leven toe.

Omdat het leven maar een korte bliep is in een oneindige zee van tijd, is het waard om er aandacht aan te besteden. Aandacht schenken aan het leven is iets anders dan wegrennen van de dood of de dood ontkennen. Aandacht schenken aan het leven betekent leven in het hier-en-nu, samenzijn met en voor de anderen met wie we samen het leven delen.

In het moment vertoeven

De eerste omdraaiing is dus die waarbij een obsessie met de dood getransformeerd wordt door een aandacht voor het leven waar we het tegenkomen (met daarbij juist de omarming van de dood in plaats van de vlucht).

De tweede omdraaiing gaat over de innerlijke drijfveer van het 'ik' om het leven en de aanwezige energie van de wereld op te zuigen en aan te wenden voor de escapistische strategie van de zoektocht naar eeuwig leven. Deze strategie is namelijk synoniem aan het project van de dood: hoe meer het 'ik' de dood probeert te ontvluchten, hoe meer het 'ik' op de dood gaat lijken. Door dit om te draaien wordt het 'ik' betrokken in een beweging die naar buiten is gericht en energie investeert in de koestering van het leven.

Maar er is ook nog een derde omkering. De ontkenning van de dood en de zoektocht naar de permanentie van het 'ik' projecteren altijd het ware leven als iets wat voorbij de horizon van de dood ligt of voorbij de huidig beschikbare technologieën. Het is iets wat voorbij het nu is, weg van het heden. De vraag naar onsterfelijkheid leidt ons altijd af van het nu en zorgt ervoor dat we het moment waar we in verkeren verwaarlozen of zelfs als een last zien.

De dood wordt overwonnen, niet door die te ontkennen, maar door in het heden te vertoeven. Door aandacht te besteden aan waar we nu zijn, aan wat nu beschikbaar is in het heden, door beschikbaar te zijn voor datgene wat voor onze ogen staat en ons nodig heeft, wordt de dood onbelangrijk. Door onszelf uit te gieten in het heden—en dus door actief te participeren in de bespoediging van ons eigen einde—vervaagt de dood juist.

Kunnen we dood overwinnen? Ja! We overwinnen de dood door de dood van onze eigen ik te omarmen en vandaag hier-en-nu beschikbaar te zijn voor het leven van anderen.

— Jos de Keijzer

Vorige
Vorige

Drieluik: Wat is radicale theologie? (1)

Volgende
Volgende

Post-truth Jezus (Onzeker Weten)